Voorbeeldles Vaaruitrusting
Wettelijk bestaat er geen verplichte uitrusting voor kleine schepen; een goede toeter en verlichting is genoeg. Er bestaat wel een verplichte uitrusting voor snelle motorvaartuigen. Voor onze eigen veiligheid en in verband met verzekeringsvoorwaarden stellen opleiders dat een boot toch aan een aantal minimum eisen moet voldoen qua uitrusting.
Anker
Als de motor uitvalt, kun je op een veilige plek voor anker gaan. Je boot zonder motor of zeil laten voortstuwen is gevaarlijk en bovendien verboden.
Zeereling
Langs de rand van het dek loopt een zogenaamde zeereling om overboord vallen te voorkomen. Een veilige zeereling is minimaal 60 cm hoog.
Lenspomp
'Lenzen' betekent 'leeg maken'. Overtollig water in het schip kan worden weggepompt met een lenspomp. Met deze pomp kun je vanuit de kuip het water uit het laagst gelegen deel van het schip pompen. Bij motorboten heet dit laagste gedeelte de bilge. Dan spreek je over een bilgepomp.
Buitenboordafsluiters
Dit zijn afsluiters voor alle doorvoeren onder de waterlijn, zoals het koelsysteem, onderwatertoilet en het spoelbakje in de keuken. De afsluiters zijn daarom vooral belangrijk bij kajuitboten. Doe de afsluiters dicht als je de boot verlaat. Open afsluiters zorgen voor een risico: als er een slang losschiet of kapot gaat, loopt de boot vol water en zinkt.
Overige uitrusting aan boord
- Goede reddingsvesten & EHBO-kit;
- brandblusser;
- de reglementen (Almanak deel 1).
Snelle motorboten
Onder 'snelle motorboten' verstaan we alle vaartuigen die sneller kunnen dan 20 km/uur. Dat zijn jetski's en waterscooters, maar ook kajuit bootjes die sneller kunnen dan 20 km/uur. In BPR-wateren mag in het algemeen niet sneller gevaren worden dan 20 km/uur, behalve op gedeelten van vaarwegen waar dit anders bepaald is.
De maximale snelheden staan vermeld in de ANWB-Wateralmanak deel 2. .
Een snelle motorboot moet een registratieteken en registratiebewijs hebben. In eerste instantie is de schipper verantwoordelijk voor het naleven van de inrichtingsvoorschriften aan boord. De eigenaar van de boot is medeverantwoordelijk. De schipper is verantwoordelijk voor het vaargedrag, ook al stuurt hij niet zelf.
Verplichte uitrusting voor snelle motorvaartuigen:
- motoronderbrekingsknop of 'dodemansknop': als de bestuurder overboord slaat, slaat de motor meteen af. Dit voorkomt dat de boot in rondjes gaat varen en de overboord gevallene overvaren wordt;
- reddingsvesten: voor iedere opvarende één vest;
- brandblusser.
Verplichtingen bestuurder snelle motorboot:
- minimum leeftijd is 18 jaar;
- de bestuurder dient te zitten op de bestuurdersstoel;
- als dit niet kan, en de bestuurder staand stuurt, draagt hij een zwemvest;
- als de motorboot waterskiër(s) trekt, moet de bestuurder worden bijgestaan door een tweede opvarende van minimaal 15 jaar oud, die dienst doet als uitkijk.